Generatie Y: de millennials die blijven, vertrekken en terugkeren naar Zeeland
“De bijna 4.000 Zeeuwse scholieren die hun diploma hebben gehaald krijgen een felicitatiekaart van de Provincie Zeeland en Economic Board Zeeland. Het is onderdeel van de structurele campagne voor eindexamenscholieren die Zeeland organiseert om jongeren te interesseren voor studie of werk in Zeeland.” Dit bericht verscheen afgelopen juli op de website van de Provincie Zeeland. De actie maakt onderdeel uit van een meerjarenstrategie ‘Boeien en binden van jongeren’ om het verwachte tekort van 6.000 arbeidsmarktplaatsen in Zeeland op te vangen.
We gaan in deze publicatie dieper in op de groep jonge mensen die zijn opgegroeid in Zeeland en in de loop van de jaren zijn vertrokken, teruggekeerd dan wel zijn blijven wonen in de provincie. Jonge mensen die nu eind twintig of in de dertig zijn en in een fase zitten waarin ze veelal meer vastigheid krijgen vanwege een partner, gezin, koopwoning en/of een (vaste) baan.
Wij richten ons op de jonge mensen die zijn geboren tussen 1980 en 1995 (oftewel: Generatie Y) en brengen hun verhuisgedrag, woonverleden, en opleiding in kaart vanaf 15-jarige leeftijd tot nu. Wie zijn gebleven? Wie zijn vertrokken? Welk deel blijft weg en wie keert terug? En welk opleidingsniveau en welke opleidingsrichting hebben zij gevolgd? De Zeeuwse arbeidsmarkt is krap en vraagt om gekwalificeerd personeel. Het is daarom zinvol om te weten of en wanneer jonge mensen vertrekken uit de provincie, over welke capaciteiten zij beschikken en óf, vanuit waar en op welke leeftijd zij terug verhuizen naar Zeeland.
Het toekomstbestendig maken van de Zeeuwse arbeidsmarkt is één van de belangrijkste speerpunten van het beleid in de provincie (Provincie Zeeland, 2021). Bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden bundelen hun krachten om (potentiele) werknemers te vinden voor de vacatures in de regio. Het Aanvalsteam Arbeidsmarkt richt zich op drie pijlers met het streven om de krapte op de arbeidsmarkt tegen te gaan (Provincie Zeeland, 2021). Voor de provincie geldt dat er momenteel meer banen zijn dan werknemers. Dit maakt dat de regionale arbeidsmarkt soortgelijke uitdagingen kent als de arbeidsmarkt in de provincie Utrecht, waar ook een lage werkloosheid gepaard gaat met een hoge vacaturegraad (KCZS, 2021). Het tekort op de Zeeuwse arbeidsmarkt wordt voor de komende jaren geschat op 6.000 arbeidsplaatsen (Provincie Zeeland, 2021). Het Aanvalsteam Arbeidsmarkt heeft als doel om, naast het helpen van potentiele Zeeuwse werknemers aan een baan, voldoende gekwalificeerd personeel (zowel uit Zeeland als van buiten Zeeland) aan te trekken voor de regionale vacatures.
Generatie Y: over wie hebben we het?
In 2030 zijn vier generaties op de arbeidsmarkt actief (De Ruijter, Kenter, Van Heijningen, Engelen & Sax, 2020). Generatie X, geboren tussen 1955 en 1970, heeft nog een aantal jaar te gaan tot het pensioen. De pragmatische generatie, geboren tussen 1970 en 1980, zit over tien jaar nog middenin het werkende leven en blijft een belangrijke motor van de (regionale) arbeidsmarkt. Generatie Y, geboren tussen 1980 en 1995, heeft in 2030 ongeveer 10 tot 15 jaar werkervaring. Momenteel staat deze generatie nog aan het begin van het werkzame leven. Generatie Z, geboren tussen 1996 en 2010, zet rond 2030 de eerste stappen op de arbeidsmarkt.
Hier richten wij ons op generatie Y. Deze generatie, ook wel millennials genoemd, zijn belangrijk voor de Zeeuwse arbeidsmarkt. Zij hebben nog een werkzaam leven voor zich en zullen de komende jaren het stijgende aantal mensen dat met pensioen gaat moeten vervangen. Bovendien zitten de millennials momenteel in een levensfase waarin zij zich vaak settelen. Ze zijn momenteel tussen de 25 en 40 jaar oud. Vanwege een gezin, partner, koophuis en/of vaste baan zijn ze in een fase gekomen waarin enige vastigheid in woonplaats gewenst is.
Gezien de toenemende vastigheid in woonplaats en de jaren die deze millennials nog voor zich hebben op de arbeidsmarkt, lijkt het zinvol om te kijken in hoeverre deze groep nog of opnieuw verbonden is met Zeeland. De inzichten die dit oplevert kunnen gebruikt worden om toekomstige generaties nog beter te binden en te boeien voor de provincie.
Blijven, vertrekken, mogelijk terugkeren
In dit onderzoek volgen wij de verhuisbewegingen van generatie Y vanaf het moment dat zij 15 jaar oud waren. Voor het oudste geboortecohort in onze analyse, millennials geboren in 1980, betekent dit dat we verhuisbewegingen vanaf 1995 tot nu in kaart brengen (dit cohort was op 1 januari 2021 40 jaar). Voor het jongste geboortecohort, millennials geboren in 1995, betekent dit dat we hun verhuizingen vanaf 2010 tot nu hebben gevolgd (dit cohort was op 1 januari 2021 25 jaar).
De keuze om leeftijd 15 te nemen als startpunt voor onze analyse is gebaseerd op bestaand onderzoek naar verhuisbewegingen van mensen. Falkingham en collega’s (2016) stelden eerder vast dat er in het leven van mensen vier verhuispieken zijn. Zo blijken relatief veel mensen te verhuizen tijdens de vroege kindertijd (0-3 jaar; indicatief voor verhuizing van een jong gezin), vanaf het moment dat mensen vervolgonderwijs gaan volgen en/of eerste stappen zetten op de arbeidsmarkt (17-30 jaar), rond de pensionering (65-75 jaar) en op hogere leeftijd (80-90 jaar). De meeste verhuizingen vinden echter plaats in de leeftijd van 17 tot 30 jaar (Brazil & Clark, 2017).
Wij kiezen voor levensjaren vanaf 15 jaar, omdat de verhuiskans vanaf 15-jarige leeftijd toeneemt. De millennials hebben inmiddels een leeftijd bereikt (25-40 jaar) waarop veel van hen vastigheid hebben in woonplaats en een verhuizing over de provinciegrenzen minder voorkomt. Door de verhuizingen vanaf 15-jarige leeftijd in kaart te brengen kunnen we drie groepen binnen generatie Y onderscheiden:
- Blijvers. Blijvers zijn millennials die nog steeds in Zeeland wonen, hier op 15-jarige leeftijd ook woonden en in de tussenliggende jaren niet buiten de provincie hebben gewoond.
- Vertrekkers. Vertrekkers zijn millennials die momenteel buiten Zeeland wonen, maar wel op 15-jarige leeftijd in de provincie woonden.
- Teruggekeerden. Teruggekeerden zijn millennials die momenteel in Zeeland wonen, hier op 15-jarige leeftijd ook woonden, maar in de tussenliggende jaren buiten de provincie hebben gewoond.
Situatie voor Zeeland
In totaal woonden ongeveer 74.600 millennials op 15-jarige leeftijd in Zeeland (zie figuur 1; alsook CBS, 2021). Met onze analyse kunnen we zien of en hoeveel millennials uit Zeeland zijn vertrokken na hun 15de, alsook of en hoeveel inmiddels zijn teruggekeerd naar Zeeland.
Het aantal personen dat is blijven wonen in Zeeland bedraagt 37.490. Het aantal teruggekeerde millennials is 11.363. Het merendeel van de teruggekeerden komt terug uit een woonplaats elders in Nederland (9.619). Kijken we naar het aantal vertrekkende jongeren uit Zeeland dan zien we dat de meeste millennials richting elders in Nederland zijn vertrokken (21.121); een kleinere groep is vertrokken richting het buitenland (4.634).
Roltrapfunctie van de grotere stad
Volgens de Britse geograaf Fielding (1992) hebben grote steden en universiteitssteden een aantrekkende werking op jongeren. Grotere steden zouden ambitieuze jongeren trekken, omdat veel bedrijven en hoofdvestigingen van organisaties in stedelijk gebied zijn gevestigd en een geschikte locatie zijn voor jongeren om carrière te maken op de arbeidsmarkt en woningmarkt. Ook in Nederland is bewijs gevonden voor het idee dat jongeren van plattelandsgebieden verhuizen richting (studenten)steden in de buurt en (vervolgens) verhuizen richting de randstad (o.a. Van Huis & Agtmaal-Wobma, 2009). Zo zouden jonge mensen klimmen op de maatschappelijke ladder. Fielding gebruikt de metafoor van een ‘roltrap’ om de verhuizingen richting (groot)stedelijk gebied te beschrijven.
Uit onze cijfers van generatie Y komt een beeld naar voren van een vertrek van millennials naar stedelijk gebied vaak in combinatie met nabijheid tot Zeeland. Koplopers in de lijst van huidige woonregio’s van vertrekkende millennials zijn de regio’s West-Noord-Brabant (3.657; bestaande uit o.a. Breda, Bergen-op-Zoom en Roosendaal) en Rijnmond (3.425; bestaande uit o.a. Rotterdam). Daarna volgen de regio Amsterdam (1.548), de regio Stadsgewest Utrecht (1.520) en agglomeratie ’s-Gravenhage (1.214). Samen met de regio West-Noord-Brabant, zijn de randstedelijke regio’s dus populair bij vertrekkers.
Sommige jongeren dalen – om de beeldspraak van Fielding te gebruiken - tussentijds weer af van de ‘roltrap’. Dat zien we ook in onze analyses. Het aandeel van de uitgestroomde jongeren dat uiteindelijk terugkeert naar Zeeland varieert, afhankelijk van hun leeftijd, tussen de 25 en 30%. Ook bij teruggekeerden zien we de schakelfunctie van de regio’s West-Noord-Brabant en Rijnmond. Veel van de teruggekeerden woonden voor hun terugkeer in één van deze regio’s (regio West-Noord-Brabant=1.953 en de regio Rijnmond=1.677). Het is interessant om te zien dat teruggekeerden relatief vaker komen uit de regio’s van de provincie Noord-Brabant en uit het zuidoosten van het land (regio Arnhem/Nijmegen, regio Veluwe); terwijl ze minder vaak uit de randstedelijke regio’s komen (zie naast onderstaande figuur ook de animatie in de bijlage). De regio’s Midden-Noord-Brabant (1.036; bestaande uit o.a. Tilburg) en Zuidoost-Noord-Brabant (548; bestaande uit o.a. Eindhoven) behoren tot de top 5 van regio’s waar vanuit ‘onze’ millennials vaak terugkeren. De regio Amsterdam daarentegen vinden we bijvoorbeeld pas terug op plek 10 als het gaat om regio’s waar vanuit millennials terugkeren.
Opleiding als voorspeller van verhuisrichting
De regio West-Noord-Brabant en de randstad hebben dus een aantrekkende werking op vertrekkende millennials; en veel van de millennials die terugkeren verhuizen vanuit aangrenzende regio’s (met name vanuit de regio Rijnmond en regio’s in de provincie Noord-Brabant). Maar wie zijn nu deze millennials die tussen Zeeland en andere provincies verhuizen? We kijken bij het beantwoorden van deze vraag specifiek naar het opleidingsniveau en de opleidingsrichting van de jongeren. De krapte op de Zeeuwse arbeidsmarkt vraag immers om specifiek personeel. Zo is er vooral krapte aan vakmensen in de bouw en installatie (=vooral technische beroepsklasse), alsook in het onderwijs (m.n. leerkrachten in het basisonderwijs en docenten in het voortgezet onderwijs) en de zorg (m.n. artsen, verpleegkundigen en psychologen) (UWV, 2021). Voordat we ingaan op de hoogst voltooide opleiding van de millennials bespreken we eerst de leeftijd van in- en uitstroom.
De directe redenen om de provincie te verlaten (bv. vervolgonderwijs, werk, samenwonen) kunnen we niet aantonen, maar we zien wel dat millennials die Zeeland hebben verlaten dit doorgaans deden in de leeftijd van 17-20 jaar. Dit beeld is het meest uitgesproken voor millennials die later zijn teruggekeerd (61% van de teruggekeerden heeft tussen hun 17e en 20e de provincie verlaten) en verschilt bovendien niet tussen de verschillende opeenvolgende ‘4-jaarscohorten’ (zie figuur 3).
Als we kijken naar de leeftijd van terugkeer dan zien we een ‘terugkeerpiek’ onder millennials in de leeftijd van 21-25 jaar. Ook dit zien we terug bij alle ‘4-jaarscohorten’ binnen generatie Y. Figuur 4 toont ook de leeftijd van terugkeer voor het oudste geboortecohort (millennials geboren in 1980). Dit geboortecohort hebben we het langst kunnen volgen (tussen de 15de en 40ste levensjaar) en geeft het meest complete beeld van de terugkeerleeftijd van de millennials. Dit patroon van terugkeer komt overeen met het patroon van de 4-jaarscohorten.
De trek van jonge mensen naar de (rand)stad wordt vaak gerelateerd aan het opleidingsniveau van de jongeren (Latten, Das & Chkalova, 2008). Jonge mensen van landelijk gebied zouden worden aangetrokken door de universiteiten, hogescholen en carrièremogelijkheden in het stedelijke gebied. Voor landelijke gebieden betekent dit veelal een uitstroom van jonge mensen die hoger onderwijs gaan volgen (Latten e.a., 2008).
In lijn met deze verwachting zien we ook voor Zeeland dat veel millennials die uiteindelijk een hoger opleidingsniveau afronden hun heil (soms tijdelijk) buiten Zeeland zoeken. Zo ligt het aandeel hoger opgeleiden onder vertrekkers en onder teruggekeerden een stuk hoger dan onder blijvers; respectievelijk 64% en 62% tegenover 21%.
Splitsen we het hogere opleidingsniveau verder op dan zien we dat vooral hbo’ers terugkeren naar Zeeland. Teruggekeerden hebben relatief vaker een hogere beroepsopleiding afgerond dan vertrekkers; terwijl ze minder vaak een academische opleiding hebben afgerond. Verder is het aandeel millennials dat blijft in Zeeland en beschikt over een wo-masteropleiding ‘maar’ 2%.
In absolute aantallen ziet het vertrek van hoger opgeleide millennials er uit zoals in figuur 6 weergegeven. In totaal zijn 19.466 millennials na hun 15de uitgestroomd uit Zeeland waarvan er 5.931 uiteindelijk zijn teruggekeerd. Het aantal millennials met een afgeronde, hogere opleiding bedraagt 7.851; dit zijn – zoals we hierboven zagen - met name hbo-geschoolden. Bij de interpretatie van deze resultaten moeten we in ogenschouw nemen dat uitsluitend binnenlandse verhuizingen zijn meegenomen. Omdat de opleidingsgegevens van de meeste millennials die richting of vanuit het buitenland zijn verhuisd onbekend zijn, weten we niet wat hun hoogst behaalde opleiding is.
Millennials die na hun 15de Zeeland (tijdelijk) hebben verlaten zijn dus doorgaans hoger opgeleid dan millennials die na hun 15de in de provincie zijn gebleven. Bovendien zijn het met name de hbo’ers die terugkeren naar Zeeland. Rest de vraag nog welke opleidingsrichting de verschillende verhuisgroepen hebben voltooid.
We zien dat blijvers ook wat betreft opleidingsrichting verschillen van vertrekkers en teruggekeerden. Meest opvallend is dat veel blijvers een opleiding in techniek, industrie en bouwkunde hebben afgerond; terwijl veel vertrekkers en teruggekeerden een opleiding in de gezondheidszorg en welzijn en/of in recht, administratie, handel en zakelijke dienstverlening hebben afgerond.
Naast het verschil in opleidingsrichting tussen blijvers, teruggekeerden en vertrekkers, verschilt ook de inhoud van de opleidingsrichtingen tussen de verhuisgroepen. Blijvers zijn, zoals we eerder zagen, veelal middelbaar opgeleid (mbo 2,3, 4 en bovenbouw havo/vwo). Vertrekkers en teruggekeerden zijn met name hoger opgeleid (het niveau van hbo of wo). Bij blijvers gaat het dus vaker over richtingen die opleiden tot beroepen en functies waar men meer uitvoerend te werk gaat. Bij teruggekeerden en vertrekkers gaat het vaker over richtingen waar men meer theoretische kennis opdoet Dit is belangrijk om te beseffen bij de interpretatie van de hier gepresenteerde gegevens.
We zien verder dat teruggekeerden voor wat betreft opleidingsrichting lijken op vertrekkers. Er zijn echter ook enkele interessante verschillen te constateren tussen de twee groepen. Deze verschillen komen duidelijker naar voren als we per opleidingsrichting de terugkeer afzetten tegen de totale uitstroom van millennials uit Zeeland (=terugkeer + vertrek). Zo keren sommige millennials net wat vaker terug naar Zeeland dan anderen, mede ingegeven door de opleidingsrichting die zij hebben voltooid. We zien bijvoorbeeld dat millennials met een opleiding in (a) landbouw, dierengeneeskunde en -verzorging en (b) het onderwijs relatief vaker terugkeren, terwijl millennials met een opleiding in (c) wiskunde en natuurwetenschappen, (d) informatica, (e) vormgeving, talen, kunst en geschiedenis en (f) journalistiek, gedrag en maatschappij relatief vaker vertrekken (en niet-terugkeren).
Verhuisbeweging naar regio en opleidingsrichting
Tot slot laten de onderstaande tabellen per opleidingsrichting zien waar ‘onze’ millennials momenteel wonen (bij vertrek) en waar zij vandaan zijn gekomen (bij terugkeer).
Tabellen 1 en 2 laten nogmaals zien dat de regio’s Rijnmond en West-Noord-Brabant, ongeacht opleidingsrichting, een belangrijke schakel zijn bij de verhuizing vanuit en naar Zeeland. Kijken we echter nog iets verder dan de regio Rijnmond en de regio West-Noord-Brabant dan zien we dat sommige regio’s nog aanvullend van belang zijn als het gaat om verhuizingen van millennials met een specifieke opleidingsrichting. We stippen deze regio’s hieronder per opleidingsrichting aan.
Als het gaat om millennials met een technische of bèta-opleiding (d.w.z. wiskunde, natuurwetenschappen en informatica) dan zien we dat de regio Zuidoost-Noord-Brabant ook van belang is. Terugkerende millennials met een technische en bèta-opleiding verhuizen relatief vaak vanuit Zuidoost-Noord-Brabant. Ook relatief veel millennials met een technische of bèta-opleiding die na hun 15de zijn vertrokken, wonen momenteel in deze regio. Vermoedelijk heeft het belang van deze regio in de verhuisbewegingen van technisch en beta-opgeleiden te maken met de Technische Universiteit Eindhoven die in deze regio is gevestigd. Verder valt het op dat de regio Stadgewest Utrecht een belangrijk herkomstgebied is van teruggekeerde millennials met een bèta-opleiding.
De regio Veluwe valt, met haar Wageningen University en Research, ook op als het gaat om de verhuisbewegingen van millennials met een opleiding in landbouw, diergeneeskunde en – verzorging (kortweg: ‘agrarische’ opleiding); evenals de regio Arnhem/Nijmegen. Relatief veel van ‘onze’ millennials met een agrarische opleiding wonen in deze regio’s en relatief veel teruggekeerde millennials met een agrarische opleiding komen terug uit deze regio’s. Van de teruggekeerde millennials met een opleiding in landbouw, diergeneeskunde en -verzorging zijn er ook opvallend veel afkomstig uit de regio’s Den Bosch (19%) en Flevoland-Midden (9%) (deze twee regio’s vallen buiten de algemene top 10 en staan daarom niet in de tabel).
De G4-regio’s zijn in trek bij millennials met een opleiding in vormgeving, kunst, talen en geschiedenis (kortweg: ‘alpha’) en in journalistiek, gedrag en maatschappij (kortweg: ‘gamma’). Zo hebben relatief veel millennials met een alpha en gamma opleiding Zeeland ingeruild voor de regio Rijnmond, Amsterdam, en stadgewest Utrecht. Ook teruggekeerden komen met alpha en/of gamma opleiding relatief vaak uit de G4-regio’s. Daarnaast moeten we, als het gaat om terugkeerden met een gamma opleiding, de regio Midden-Noord-Brabant niet over het hoofd zien. Midden-Noord-Brabant staat bovenaan de lijst van regio’s waarvandaan millennials met een opleiding in journalistiek, gedrag en maatschappij terugkeren.
Midden-Noord-Brabant, met Tilburg als grootste stad, is ook interessant om in de gaten te houden als het gaat om potentiele terugkeer van jonge mensen met een opleiding in recht, administratie, handel en zakelijke dienstverlening en/of een opleiding in het onderwijs. De regio staat in de top 3 van regio’s waar vandaan millennials met de juridische, zakelijke en/of onderwijsrichting zijn teruggekeerd. Opvallend is dat ook relatief veel teruggekeerde millennials met een opleiding in de richting onderwijs de regio Oost-Zuid-Holland hebben verlaten om terug te keren naar Zeeland.
De regio West-Noord-Brabant is tot slot bovengemiddeld in trek bij onze millennials met een opleiding in de gezondheidszorg en welzijn en/of de dienstverlening (de regio is over het algemeen al in trek bij de millennials uit Zeeland). Van de millennials met een opleiding in de gezondheidszorg en welzijn die Zeeland de rug hebben toegekeerd, woont 19% momenteel in de regio West-Noord-Brabant. Bij millennials met een opleiding in de dienstverlening ligt dit percentage nog hoger, 26%. Onder teruggekeerde millennials met een zorg- en welzijnsopleiding en/of dienstverleningsopleiding is West-Noord-Brabant een belangrijk herkomstgebied; 25% van de opgeleiden in zorg en welzijn keert terug uit deze regio en 31% van de opgeleiden in de dienstverlening keer terug uit West-Noord-Brabant.
Slotbeschouwing
In deze bijdrage hebben wij gekeken naar de verhuisbewegingen van millennials vanuit en naar Zeeland. De voornaamste bevindingen staan samengevat in figuur 9. We bieden met onze analyse nieuwe inzichten ten aanzien van blijvende, vertrekkende en teruggekeerde millennials alsook ten aanzien van de opleidingsrichtingen van de millennials die middels terugkeer opnieuw zijn verbonden met Zeeland.
Het aanvalsteam arbeidsmarkt heeft het aantrekken van voldoende gekwalificeerd personeel (zowel uit Zeeland als van buiten Zeeland) gemaakt tot één van haar speerpunten. Relatief gezien weten millennials met een agrarische en onderwijs opleidingsrichting de weg naar Zeeland wat vaker terug te vinden dan millennials met een andere opleidingsrichting. De kans op terugkeer is bij millennials met een opleiding in het onderwijs en/of in de landbouw, dierengeneeskunde en -verzorging dus groter dan bij millennials met een opleiding in bijvoorbeeld informatica en/of wiskunde en natuurwetenschappen. De vraag blijft uiteraard hoe het komt dat millennials in deze richtingen vaker terugkeren, terwijl millennials met een beta-opleiding dit relatief minder vaak doen (terwijl hier ook grote vraag naar is op de Zeeuwse arbeidsmarkt). Komt dit doordat de werkgelegenheid binnen bepaalde sectoren, zoals binnen het onderwijs, meer verspreid is over het land waardoor jonge mensen die actief zijn in deze sectoren makkelijker aan de slag kunnen? Of zijn er pull en push factoren die maken dat het voor bepaalde beroepsgroepen aantrekkelijker dan wel onaantrekkelijker is om in Zeeland aan de slag te gaan (bv. de aantrekkelijkheid van het schoolklimaat om les te geven in Zeeland of de kansen en mogelijkheden binnen de Zeeuwse agri/food sector)? Het zijn vragen die wij hier niet kunnen beantwoorden, maar die zeker de moeite zijn om verder uit te zoeken.
Onze bijdrage maakt verder duidelijk dat de provincie met name teruggekeerden heeft aangetrokken uit aangrenzende en nabijgelegen regio’s. Waar blijvers vaak middelbaar zijn opgeleid (bovenbouw van havo/vwo, mbo-2, mbo-3 en mbo-4), zijn teruggekeerden vaker hoger opgeleid. Teruggekeerden lijken daarmee, voor wat betreft opleidingsniveau en -richting, veel op vertrekkende millennials uit Zeeland; zij het dat teruggekeerden vaker hbo en minder vaak wo-geschoold zijn. Veel teruggekeerden komen uit de regio Rijnmond (o.a. Rotterdam) en regio’s van de provincie Noord-Brabant; bovendien kwamen veel van hen terug tussen hun 21ste en 25ste. De resultaten van dit onderzoek leren dat locatie, timing en opleidingsniveau/-richting van belang kunnen zijn bij het (opnieuw) boeien en binden van jonge mensen aan Zeeland.
De teruggekeerden vestigen zich vanuit elders in Nederland of het buitenland in Zeeuwse gemeenten, wijken en buurten. En misschien keren ze niet alleen terug, maar nemen ze een partner en/of gezin mee. Hier liggen vervolgvragen: waar gaan teruggekeerden naartoe? In welke regio gaan zij wonen? Welke kenmerken hebben deze gebieden? Wat maakt dat de teruggekeerden kiezen voor deze regio’s in Zeeland om zich opnieuw te vestigen? En wie zijn de nieuwkomers die o.a. samen met teruggekeerde millennials zijn meegekomen? Deze vervolgvragen raken aan een ander centraal thema in provinciaal beleid, namelijk het creëren van een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor o.a. (nieuwe) inwoners. Vervolgonderzoek zal een antwoord moeten geven op deze vragen.
Bijlage
Wij willen Niels Kooiman van het CBS bedanken voor zijn feedback op een eerdere versie van onze bijdrage.